Overzichten

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

Wat mag het thema kosten?

Financiële toelichting
Jaarlijks ontvangt Nissewaard via de algemene uitkering uit het gemeentefonds compensatie voor de verwachte loon- en prijsontwikkelingen (LPO). Omdat onze begroting in constante prijzen (excl. LPO) wordt geraamd, wordt de meerjarige LPO bij de raming van de algemene uitkering buiten beschouwing gelaten. Immers, wanneer de verwachte LPO voor 2022 reeds als beschikbare ruimte bij de voor de begroting 2021 – 2024 wordt betrokken, is er bij het opstellen van de begroting 2022 – 2025 geen ruimte meer om de LPO 2022 te kunnen dekken.
Dit neemt niet weg dat er wel inzicht gegeven kan worden in de LPO die de komende jaren via de algemene uitkering verwacht wordt. Ten behoeve van dit inzicht is vanaf de begroting 2019 – 2022 de algemene uitkering inclusief de LPO voor de komende jaren geraamd. Deze LPO wordt vervolgens geparkeerd op een stelpost ter dekking van de verwachte loon- en prijsstijgingen bij de komende begrotingen.
De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds en daarmee de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de ‘trap op, trap af’ methode wordt het accres genoemd. Andere factoren die bepalend zijn voor de groei of krimp van het gemeentefonds zijn taakmutaties en inflatie.
De overige uitkeringen uit het gemeentefonds worden veelal verdeeld met behulp van aparte verdeelmodellen of met vaste bedragen.
De baten uit het gemeentefonds zijn in 2022 € 19,7 miljoen hoger begroot dan in 2021. Voor een substantieel deel komt dit door de opgenomen stelposten Extra middelen Jeugdhulp, Participatie en Voogdij/18+ ad € 7,4 miljoen. Binnen het Sociaal domein zelf maken de IU Voogdij/18+ en de IU Beschermd wonen het verschil van € 5 miljoen. Bij de onbestemde middelen zijn hoeveelheidsverschillen, nominale ontwikkeling, accres de voornaamste oorzaken van het positieve verschil van € 6,1 miljoen. Bij de taakmutaties vallen vooral de middelen voor de Wet open overheid ad € 165.000 op. Het verschil tussen de begrotingen 2021 en 2022 is als volgt opgebouwd:

"-" = nadeel

2022 (stand meicirculaire 2021)

185.992.096

2021 (stand meicirculaire 2020)

166.314.931

Verschil

19.677.165

Onderverdeeld:

Onbestemde middelen

6.101.912

Sociaal domein (restant)

5.000.447

Stelposten Sociaal domein/ Jeugdhulp

7.446.795

DU's/IU's

815.032

Taakmutaties

312.979

Totaal

19.677.165

Hierna ziet u de gespecificeerde verschillenanalyse met toelichtingen bij de grootste posten:

Onbestemde middelen

Hoeveelheidsverschillen/Woz

2.034.228

Nom. ontwikkeling/accres/uitkeringsbasis/UF/BCF

4.749.714

Lagere apparaatskosten

-682.030

6.101.912

De belangrijkste hoeveelheidsverschillen worden gevonden bij de volgende maatstaven:

  • Jongeren < 18 jaar;
  • Ouders met psychisch medicijngebruik;
  • Uitkeringsontvangers exclusief bijstand;
  • Eenouderhuishoudens met 2 of meer kinderen;
  • Aantal inwoners.

De nominale ontwikkeling, accres, uitkeringsbasis, uitkeringsfactor en het Btw compensatiefonds zijn technisch van aard. Inflatie, rijksuitgaven, landelijke aantallen bij de maatstaven, afronding(en) en verdeling van hetgeen overblijft in het BCF veroorzaken dit saldo. Ook de korting vanwege de WOZ-waarden blijkt hoger dan in 2021

Lagere apparaatskosten
De door het Rijk opgelegde korting op de apparaatskosten loopt tot en met 2025 door. Dan is de structurele uitname uit het gemeentefonds bereikt van € 975 miljoen bereikt. Demissionair minister Ollongren heeft wel laten weten aan de Eerste Kamer dat ze van de korting af wil.

Sociaal domein (restant)

Suppletie integratie Sociaal domein (IU)

-33.702

Beschermd wonen (IU)

1.141.015

Participatie (IU)

88.425

Voogdij/18+ (IU)

3.804.709

5.000.447

Beschermd wonen (IU)
Door een volume-indexering van 2021 en 2022 en de toevoeging van de LPO 2021 is de integratie-uitkering Beschermd wonen met ingang van 2022 fors gestegen met € 1,1 miljoen.

Voogdij/18+
Door de toevoeging van de loon- en prijsontwikkeling 2021, volumeontwikkelingen en het nieuwe woonplaatsbeginsel stijgen de beschikbare middelen van Voogdij/18+ fors met € 3,8 miljoen.

Stelposten Sociaal domein

Extra middelen Jeugdhulp (300 mln)

-70.138

Extra middelen Jeugdhulp (Arbitragecommissie)

7.117.181

Stelpost IU Participatie

270.837

Stelpost IU Voogdij/18+

128.915

7.446.795

Stelpost Extra middelen Jeugdhulp (€ 300 miljoen)
Met ingang van de meicirculaire 2019 heeft Nissewaard een stelpost opgenomen van € 1,6 miljoen. Dit komt ongeveer overeen met € 300 miljoen landelijk. Ten behoeve van de opstelling van de begroting 2022 valt deze stelpost vrij (min) en worden de middelen door het Rijk toegevoegd aan het gemeentefonds (plus). De stelpost bleekt € 70.138 hoger dan de toegekende middelen.

Stelpost Extra middelen Jeugdhulp (Arbitragecommissie)
Deze stelpost is meerjarig, ook met toestemming van de provinciale toezichthouder opgenomen. De te verdelen € 1,3 miljard betekent voor Nissewaard een financieel voordeel van € 7,1 miljoen.

Stelpost Participatie (IU) / Stelpost Voogdij/18+

Bij Voogdij/18+ en Participatie worden ten behoeve van de opstelling van de technische begroting handmatig meerjarig middelen voor de Loon- en prijsontwikkeling (LPO) toegevoegd als stelposten. De start van het begrotingsproces ligt namelijk voor de toevoeging van de LPO aan de IU Participatie en de IU Voogdij/18+. Deze toevoeging vindt jaarlijks plaats met de publicatie van de meicirculaire. Met de publicatie van de meicirculaire 2022 vervallen deze stelposten.

Decentralisatie en integratie-uitkeringen

Maatschappelijk opvang OGGz (DU)

-9.191

Vrouwenopvang (DU)

752.561

Armoedebestrijding kinderen (DU)

33.054

Inburgering (IU)

220.785

Gezond in de stad (DU)

-107.177

Geweld hoort nergens thuis (DU)

-75.000

815.032

Vrouwenopvang (DU)
In de septembercirculaire 2020 zijn structurele middelen toegevoegd aan het objectieve verdeelmodel voor versterking van Veilig Thuis. Ook voor acute crisissituaties en de aanpak van door- en uitstroomproblematiek zijn er structurele middelen toegevoegd. Met de meicirculaire zijn er nog structurele middelen ten behoeve van het stijgend aantal slachtoffers dat contact legt met het Centrum Seksueel Geweld.

Inburgering (IU)
Met de meicirculaire 2021 zijn vanwege het uitstel van de invoering van de nieuwe wet Inburgering middelen uit het gemeentefonds 2021 (€ 26,9 miljoen) genomen. Ter compensatie van dit uitstel zijn er ook weer middelen toegevoegd over de periode 2021 – 2026 (€ 29,4 miljoen) aan deze integratie-uitkering. Hierdoor is het verschil tussen 2022 en 2021 zo opvallend.

Taakmutaties

Waterschapsverkiezingen

14.465

Ketensystemen Jeugd

-1.931

Prenataal huisbezoek Jeugdgezondheidszorg

26.361

Rijksvaccinatieprogramma Meningokokken

18.112

Kinderopvang Toezicht en handhaving

1.921

Handhaving energielabel C kantoren

4.627

Wet Open Overheid

165.065

Handelsregister

-4.339

Gemeentelijke anti-discriminatievoorziening

34.715

Versterking omgevingsveiligheidsdiensten

24.000

Toezicht voorschoolse educatie

-1.707

Ontwikkeling macrobudget Jeugd

98

Loon- en prijsbijstelling Inkomen en Participatie

-1.518

Ontwikkeling macrobudget Wmo 2015

-5.151

Leeftijdsgrens gezinshuizen

8.561

Hulpmiddelen Wlz

-10.755

Ambulantisering GGZ

17.285

Landelijke vreemdelingenvoorzieningen

23.170

312.979

Wet Open Overheid

Met de beschikbaarstelling van de financiële middelen ondersteunt het Rijk gemeenten bij de implementatie en uitvoering van de Woo. Deze wet beoogt de gehele overheid transparanter en toegankelijker te maken. De financiële middelen bestaan uit zowel incidentele als structurele middelen.
De incidentele middelen zijn bestemd voor het verbeteren van systemen, het opleiden van medewerkers en het aanpassen van processen en de organisatie. De structurele middelen zijn bedoeld voor de actieve openbaarmaking van de informatiecategorieën zoals genoemd in de Woo, het aanwijzen van een contactfunctionaris en het beheer en onderhoud van systemen.

Versterking gemeentelijke anti-discriminatievoorziening
In reactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet in de meicirculaire 2021 structurele middelen vrijgemaakt voor de aanpak van discriminatie, waaronder de versterking van de ADV.

Overige ontwikkelingen
Herijking verdeling gemeentefonds
Om tot een afgewogen en onderbouwd advies over de herijking van het gemeentefonds te kunnen komen heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) nadere vragen over de herziening van de verdeling van het gemeentefonds aan de minister van Binnenlandse Zaken gesteld. Daarmee wil de Raad meer inzicht krijgen in de inhoudelijke onderbouwing van de verdeling. Op 9 juli jl. heeft de minister een aangepast voorstel voor de herijking voorgelegd aan de ROB. Het is (nog) niet op basis van aantallen 2019. Dat voorstel volgt eind juli 2021. Ook zijn nog niet alle vragen die de ROB n.a.v. het eerste voorstel had, beantwoord. Na ontvangst van het ROB-advies, wordt de VNG geconsulteerd. Een volgend kabinet zal over het definitieve verdeelvoorstel beslissen.
Bij het eerste advies stond Nissewaard nog op een plus van € 1 per inwoner. Dat is nu omgeslagen naar een min van € 19 per inwoner. Voor Nissewaard zou dat een forse minpost van zo’n € 1,7 miljoen betekenen.
Wanneer over alles duidelijkheid bestaat en met name over de herverdeeleffecten, volgt nog een adviesaanvraag bij de VNG. De VNG houdt vervolgens consultatie onder de leden.
Het nieuwe kabinet beslist over de invoering van nieuwe verdeling van het gemeentefonds. Dit is vooralsnog gepland per 1 januari 2023.

Evaluatie normeringssystematiek
Deze methodiek staat beter bekend als ‘samen de trap op, samen de trap af’. Het evaluatierapport hierover dat is opgesteld door een ambtelijke werkgroep, is in november 2020 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. De voorstellen in het rapport hebben betrekking op de stabiliteit van de normeringssystematiek en accresontwikkeling. Naast de huidige systematiek zijn er alternatieven uitgewerkt. Deze zijn:

  • Herinvoering van de behoedzaamheidsreserve;
  • Bevriezen of vertragen van het accres;
  • Vaste volumeafspraak bij het regeerakkoord.

In de werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de VNG, het IPO, het ministerie van BZK en het ministerie van Financiën, bestaat geen eenduidige voorkeur voor één van de varianten. De ROB is om advies gevraagd. En dit advies van 31 mei 2021 is reeds gepubliceerd. Het is aan het nieuwe kabinet om in overleg met de medeoverheden te besluiten hoe in de toekomst met het accres om te gaan.

Deze pagina is gebouwd op 03/03/2022 16:06:10 met de export van 12/16/2021 11:05:40