Paragrafen

Overige ontwikkelingen

Omgevingswet

De Omgevingswet heeft onder andere tot doel ervoor te zorgen dat gemeenten op een praktische en flexibele manier oplossingen kunnen vinden voor grote maatschappelijke opgaven, zoals demografische krimp, de aanpak van kantorenleegstand en voldoende woningaanbod voor verschillende doelgroepen. Procedures worden  eenvoudiger en sneller en administratieve rompslomp vermindert doordat per vergunning één bevoegd gezag wordt aangewezen. Omdat in principe alles wat decentraal kan ook decentraal geregeld wordt, krijgen gemeenten meer afwegingsruimte voor lokaal maatwerk.

De datum voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is bepaald op 1 juli 2022. Voor die tijd moeten gemeenten aan de hand van de lijst van de VNG de minimale acties hebben afgerond.

Voor het Programma Omgevingswet is in 2019 een programmaplan opgesteld. Hierin is een overkoepelende ambitie met strategische doelen neergelegd. Het uitvoeren van de minimale acties legt een mooie basis om hier naartoe te werken. Daarnaast hangt een aantal gemeentelijke opgaven samen met de invoering van de Omgevingswet, zoals de visie op onze dienstverlening maar ook de ambities uit de vastgestelde I-visie.

De kosten voor de invoering van de Omgevingswet zijn aan de hand van het Financieel Dialoogmodel van de VNG inzichtelijk gemaakt en hebben geleid tot een meerjarenbegroting. Er is daarbij uitgegaan van een tweetal uitgangspunten: we richten ons op het wettelijk minimum en de personele kosten komen vanuit de bestaande P-budgetten (in principe geen inhuur voor de werkzaamheden van het Programma). In de begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor de niet-gedekte kosten.

In het kader van de Perspectiefnota heeft het programma samen met de lijnorganisatie een drietal knelpunten opgevoerd:

  • Formatieruimte voor casemanagement. Hierop is besloten incidenteel middelen beschikbaar te stellen voor 2 jaar.
  • Formatieruimte voor een functioneel applicatiebeheerder voor de aangeschafte software. Deze claim is gehonoreerd.
  • Budget voor de extra bodemtaken die als gevolg van de Omgevingswet naar de gemeente komen. Deze kosten worden voorlopig vanuit het voorschot van de DCMR gefinancierd (en de taken worden ook bij de DCMR belegd).

Nissewaard heeft eerder meegedaan aan een onderzoek naar de Transitiekosten van de Omgevingswet. Dit onderzoek is landelijk meegenomen in de discussie omtrent de invoering van de Omgevingswet. In opdracht van de koepels is vervolgens een Integraal Financieel Beeld (IFB) opgesteld, waar het onderzoek naar de transitiekosten ook onderdeel van uitmaakt. Over de uitkomsten van het IFB is in de inleiding al e.e.a. gemeld. Wat de terugverdienperiode voor Nissewaard zal zijn, is afhankelijk van (inhoudelijk) keuzes die gemaakt gaan worden. Bijvoorbeeld in hoeverre gemeente Nissewaard gebruik gaat maken van de bestuurlijke afwegingsruimte die de Omgevingswet biedt, maar ook of wij inzetten op deregulering. De Omgevingswet biedt deze mogelijkheden maar de keuze is aan de gemeente.

Het is belangrijk dat die keuzes, met de daarbij behorende financiële en maatschappelijke effecten wel inzichtelijk worden gemaakt. Dat kan aan de hand van het Structurele Effectenmodel van de VNG. Gemeente Nissewaard heeft aan de VNG-sessies over deze methodiek deelgenomen. Willen wij aan de juiste knoppen gaan draaien dan zal dit nog een vervolg moeten krijgen.

Op Voorne-Putten wordt in het kader van de Omgevingswet samengewerkt. Deze samenwerking is gericht op efficiency en kostenbesparing. Door gezamenlijk in te huren op functies (projectleider en ondersteuning voor de aansluiting op het DSO) worden bepaalde kosten gedeeld.

Leges
Parallel aan de invoering van de Omgevingswet loopt ook de invoering van de Wet kwaliteitsborging. De Omgevingswet en de Wkb hebben effect op de werkprocessen en de werkvoorraad en daardoor op de hoogte van de leges en de legesinkomsten.

Vanuit de lijst met minimale acties zijn gemeenten verplicht hun legesmodel aan te passen op de situatie ná inwerkingtreding van de Omgevingswet. De aanpassingen bestaan uit:

a. wettelijke wijzigingen per inwerkingtreding van de wet (bijvoorbeeld splitsing technische en ruimtelijke toets en de mogelijkheid van leges op milieuvergunningen, vervallen van technische toets op kleine bouwwerken, wijzigingen in verwachte kostenstructuur etc.);

b. lokale inrichtingskeuzes ten aanzien van vergunningplichtige (en dus leges plichtige) activiteiten (heffen van milieuleges, verschuiven van vergunningplicht naar lichtere vormen, etc.).

  1.  

Door de komst van de Omgevingswet dient op hoofdlijnen een aantal bestuurlijke keuzes te worden gemaakt, zodat hier ten tijde van het opstellen van de legesverordening en daarbij behorende tarieventabel 2022 rekening mee kan worden gehouden.

  1.  

Het is inmiddels duidelijk dat de wetten (Ow en Wkb) per 1 juli 2022 in werking zullen treden. Een legesverordening met bijbehorende tarieventabel worden over het algemeen per belastingjaar vastgesteld. Omdat het hier om een potentieel behoorlijk ingrijpende wijziging gaat, wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de benodigde aanpassingen in de Legesverordening. Dat betekent dat wordt voorgesteld om de wijzigingen die veroorzaakt worden door de Ow en de Wkb te verwerken in een wijziging op de legesverordening en de bijbehorende tarieventabel die dan eveneens per 1 juli 2022 in werking treden.
Het gaat hierbij om de volgende facetten:

  1. Mogelijkheid tot heffen van milieuleges;
  2. Vormgeving intaketafel en omgevingstafel – proces Verkennen en begeleiden initiatief;
  3. Keuzes op het gebied van het omgevingsplan.
  4. Hoe kostendekkend wil de gemeente Nissewaard zijn?
Deze pagina is gebouwd op 03/03/2022 16:06:10 met de export van 12/16/2021 11:05:40